LEUDAL - Het Rijk betaalt uiteindelijk de kosten voor opvang van vluchtelingen uit Oekraïne op Landgoed Leudal. Niet de gemeente, die bovendien aangeeft binnen het door het Rijk voorgestelde budget te blijven. Dat antwoord geeft het college van B&W onder meer op vragen van raadslid Wagemans (Ronduit Open) over de overeenkomst van de gemeente met het Landgoed. Wagemans noemde de financiële vergoeding voor Landgoed Leudal eerder 'onthutsend royaal'. Maar bij monde van verantwoordelijk wethouder Graef (Samen Verder) wijst het college op de bijzondere omstandigheden van het geval.
Instapklaar
'In de eerste plaats was sprake van een situatie die tot snelle maatregelen dwong. Tijd om bouwtrajecten te doorlopen was er niet' zo luidt het weerwoord. 'Het moest gaan om instapklare huisvesting. En die is niet zomaar voorhanden. Verder zijn huisjes gehuurd waarbij het risico van de bezetting is genomen door de gemeente. Het zou namelijk te ver gaan een dergelijk risico, voortvloeiend uit het algemeen belang, bij de ondernemer neer te leggen.' Het college noemt het 'opmerkelijk' dat Wagemans het beroep op
geheimhouding uitlegt als een poging om te voorkomen dat andere ondernemers zich ook als aanbieder opwerpen: 'U gaat voorbij aan de mogelijke intentie om voor de gemeente (en het Rijk) juist gunstiger voorwaarden te bedingen. Ook miskent u dat er geen aanbieders waren die instapklare opvang beschikbaar hadden voor zoveel vluchtelingen.'
Vergunningplicht
Dat de voorzieningenrechter heeft overwogen dat een nieuwe omgevingsvergunning moet worden aangevraagd als de huisvesting langer gaat duren dan zes maanden, klopt volgend het college. Wat volgens het college niet klopt, is de opvatting van Wagemans dat die vergunningplicht strijdig is met de overeenkomst voor wat betreft verlenging daarvan: 'De vergunningplicht vloeit voort uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, die niet opzij kan worden gezet door een overeenkomst. Vanwege de geheimhoudingsplicht gaan wij niet verder in op dit aspect, maar stellen wel vast dat de overeenkomst er niet toe leidt dat de vergunningplicht terzijde wordt geschoven.'
Fel
Wat die geheimhoudingsplicht betreft: raadslid Wagemans had eerder aangegeven die eventueel te zullen negeren om openheid van zaken te geven. Het college reageert daarop minstens even fel door te stellen dat dit een misdrijf zou zijn, waarbij men niet zou aarzelen daarvan aangifte te doen bij het
Openbaar Ministerie. Of die openbaarmaking nu ook gedeeltelijk of volledig zou zijn.