Zorgen in de Heidebuurt om 'idee' voor windmolenpark

20 jul 2023, 11:50 Nieuws
img 6917
HEYTHUYSEN - In de Heidebuurt, op de grens tussen Leudal en Nederweert, is commotie ontstaan over het plan van Pure Energie om windmolens te installeren bij De Zoom en De Vissesteert.
Na een bijeenkomst in buurthuis Oos Hoes, hebben omwonenden die het niet eens zijn met de plannen een kerngroep geformeerd. Zij hebben een brief verstuurd aan de gemeenten Leudal, Nederweert en de Provinciale Staten, waarin om opheldering wordt gevraagd.
Website
Eind juni kwamen er bij omwonenden berichten binnen over een mogelijk nieuw windmolenpark in de buurt. Grondbezitters zouden door het energiebedrijf Pure Energie uit Enschede zijn benaderd met plannen daaromtrent. Er was al een naam: Windpark Vissensteert. Er was zelfs al een website. De bezorgde bewoners organiseerden daarom een bijeenkomst op 6 juli waarop meer dan vijftig mensen aanwezig waren, waaronder een gemeenteraadslid. Volgens navraag van laatstgenoemde zou er zowel bij de gemeente Leudal als bij de gemeente Nederweert niets bekend zijn over deze plannen. Niemand van de aanwezigen bevestigde overigens daadwerkelijk benaderd te zijn door het bedrijf.
Arrogant
Maar dan: op 11, 12 en 13 juli ontvangen veel bewoners uit de Heidebuurt een brief van Pure Energie. Toeval, of heeft iemand van de aanwezigen contact opgenomen met het bedrijf? Hoe dan ook: in de brief staat dat het alleen maar om een idee gaat en dat er niets concreet is. Maar de nieuw opgerichte kerngroep maakt zich toch zorgen. 'We zijn allereerst blij dat dit idee geen steun krijgt van de gemeenten en provincie' schrijven de bewoners, die wel furieus zijn over de handelwijze van het bedrijf. Arrogant en onzorgvuldig wordt die genoemd. Draagvlak voor de plannen is er in ieder geval niet vanuit de buurt. Woordvoerder Jos van den Broek is er nog niet gerust op. 'Zo gaat het altijd. Eerst is er zogenaamd niks aan de hand, de gemeenten zijn tegen, maar dan ineens staan de windmolens er toch' liet hij al optekenen door Dagblad De Limburger.