Uitspraak in de zaak Nicky Verstappen: zestien jaar cel voor Jos Brech

In hoger beroep werd twintig jaar cel geëist. Brech heeft altijd ontkend.

Het hof achtte Brech in ieder geval schuldig aan het ontvoeren van Nicky en het plegen van ontuchtige handelingen. Daarbij kwam de belangrijkste verdenking: was Brech schuldig aan het overlijden van Nicky? De doodsoorzaak van de jongen is nooit vastgesteld. Gezien zijn jeugdige leeftijd van stelde het hof vast dat Nicky een niet natuurlijke dood is gestorven en dus als gevolg van een misdrijf. Volgens het hof is er een samenhang tussen de ontvoering, de ontuchtige handelingen en de dood van Nicky. Daarom is Brech ook betrokken bij de dood van de jongen. DNA-sporen aan de kleding van Nicky zijn cruciaal geweest in de bewijsvoering. De verdenking 'seksueel binnendringen' ging van tafel bij gebrek aan bewijs. De vraag was vervolgens of Brech ook de opzet had om Nicky om het leven te brengen.

Het hof ging uit van 'voorwaardelijke opzet': smoren. Het leggen van de hand door Brech op de mond en neus van Nicky, in combinatie met stress. Daarvan had Brech kunnen weten dat dit de dood van Nicky tot gevolg had kunnen hebben. Brech nam dus bewust dat risico, daarom werd hij ook schuldig bevonden aan doodslag. Het hof verklaarde dat het niet anders kan dan dat Nicky doodsangsten moet hebben doorstaan. Ook haalde het hof aan dat Nicky nog een heel leven voor zich had, maar nu altijd elf jaar zal blijven. De slachtofferverklaringen van de ouders noemde de rechter zeer aangrijpend. De verdachte heeft volgens het hof geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden en geen spijt betuigd. Brech heeft vragen over wat er met Nicky is gebeurd in zijn laatste levensuren bovendien steeds onbeantwoord gelaten. Het achterhouden van een videoverklaring als 'troef' werd hem ook zwaar aangerekend. De rechter kwam daarom tot het oordeel van een gevangenisstraf van 16 jaar, voor alle verdenkingen waar hij schuldig aan is bevonden. Dat is drie en een half jaar langer dan de straf die Brech eerder kreeg. Brech werd overigens ook veroordeeld voor het bezit van kinderporno.

Advocaat Gerald Roethof liet direct na afloop van de zitting weten in cassatie te gaan. Hij sprak van een 'opmerkelijk arrest'. 'Het hof heeft zaken ingevuld, het is nu de vraag of dat op de juiste wijze is gebeurd' zei Roethof. De Hoge Raad moet zich nu buigen over de vraag of de procedure juist is verlopen. Dit orgaan houdt alleen rekening met de wijze waarop de lagere rechter de wet heeft toegepast. Een cassatierechter treedt dus niet in beoordeling van de feiten zelf. Volgens Roethof was Brech op de hoogte van het risico dat zijn straf hoger zou kunnen uitvallen. 'Hij blijft erbij dat hij het niet gedaan heeft. Hij is heel duidelijk daarin, hij wil niet zitten voor iets wat hij niet heeft gedaan.'