Koninklijke Horeca Nederland tegenover gemeente in de rechtzaal over 'oneerlijke concurrentie'

Bovendien zou de gemeente daarop moeten controleren volgens de KHN, maar de gemeente weigert dat.

De stichtingen die de gemeenschapshuizen beheren zijn volgens de KHN 'paracommerciële instellingen'. Maatschappelijke activiteiten zijn de hoofdzaak, maar ze doen daarnaast een beetje aan horeca. Niet erg bij een feestavond van de fanfare of een kaartavond zegt de KHN, maar particuliere feesten is een ander verhaal. Stichtingen kunnen immers vaak tegen lagere tarieven organiseren omdat ze mogen werken met vrijwilligers en fiscale voordelen hebben. 'Wij willen een eerlijk speelveld voor onze horecamensen waarborgen en dat de gemeente hierop gaat controleren' zei Christel Nabuurs, regioadviseur van KHN in Leudal, vandaag in Dagblad De Limburger.

De gemeente ziet het anders. De stichtingen organiseren zelf geen activiteiten, ze hebben slechts een faciliterende rol. Ze stellen de zaal ter beschikking, zorgen voor eten en drinken en eventueel personeel. Dat ze daaraan wat verdienen, vind de raadsvrouw van de gemeente geen probleem. Men draagt btw af en men moet zichzelf kunnen bedruipen, omdat men geen subsidie krijgt en toch de vaste lasten en het onderhoud moet betalen. 'Het is niet gericht op geld verdienen, maar op het instandhouden van de gemeenschapshuizen. Het is ook niet zo dat er met grote regelmaat feesten en partijen van persoonlijke aard worden gehouden', aldus de raadsvrouw in de krant. Maar Nabuurs blijft op het standpunt dat er zo nog steeds een deel van de inkomsten bij de horeca wordt weggenomen. 'Dorpshuizen kunnen ook onderhouden worden met gemeenschapsgeld, daar hoeft een horecaondernemer niet onder te lijden' vindt zij. De uitspraak is over zes weken.