LEUDAL - D66 heeft het college van Leudal opnieuw vragen gesteld over het woonwagenbeleid. Eerder dit jaar werd de gemeente Leudal wegens discriminatie veroordeeld door het College van Rechten van de Mens. In reactie stelde het college toen te wachten op een advies van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en een uitspraak van het College van de Rechten van de Mens in een zaak tegen ‘een andere gemeente’.
'Gelijkwaardig aanbod'
Deze ‘andere gemeente’ blijkt overigens
Gouda te zijn en daar is inmiddels de uitspraak bekend. Ook heeft de
nationale ombudsman een rapport uitgebracht over de behandeling van
woonwagenbewoners en flink wat
aanbevelingen gedaan . Inmiddels zou alle informatie binnen moeten zijn en zou het college zijn standpunt moeten kunnen bepalen over de eerdere veroordeling door het College van de Rechten van de Mens én over het rapport van de Nationale Ombudsman. In de uitspraak over Gouda is gesteld dat er moet worden 'voorzien in een zo gelijkwaardig mogelijk aanbod van woonwagenstandplaatsen en
sociale huurwoningen'.
CDA-amendement
Daarvan is nu geen sprake in Leudal, zegt fractieleider
Kaj Beurskens van D66. 'De wachttijd voor woonwagens is veel langer dan die voor sociale huurwoningen. Ook kunnen er nu geen nieuwe woonwagens gehuurd worden in Leudal, waardoor de mogelijkheden van woonwagenbewoners verder worden beperkt. D66 vraagt ook aan het college om eventueel uitvoering te geven aan het amendement van het CDA van 26 april 2016, om startersleningen mogelijk te maken voor woonwagenbewoners.'