NEER - De geplande dijkverhoging langs de Maas in Neer kan doorgaan. De Raad van State heeft bezwaren van aanwonenden tegen de verhoging afgewezen. Verschillende aanwonenden voerden aan dat door de dijkverhoging hun woon- en leefklimaat erop achteruitgaat omdat het uitzicht op de Maas zou verdwijnen of verminderen. Maar de Raad oordeelde dat er geen 'recht op vrij uitzicht' bestaat, zo meldde Dagblad De Limburger vrijdagochtend.
Afstand
Verder oordeelde de Raad van State dat in sommige gevallen de
dijk op zo’n ruime afstand van woningen ligt, dat de nadelige gevolgen voor het uitzicht niet dusdanig zijn dat het zogeheten goedkeuringsbesluit van Gedeputeerde Staten voor de dijkverhoging niet genomen had mogen worden.
Zwaarder gewicht
Een bewoonster voerde aan dat ze niet wilde dat haar woning binnendijks kwam te liggen. Ze wenste niet beschermd te worden tegen overstromingen en wateroverlast. Volgens de Raad is die mening echter niet relevant en weegt het belang van de dijkverhoging en de daarmee samenhangende
hoogwaterbescherming van het gebied achter de dijk zwaarder. Een andere bezwaarmaker was een
restaurant langs de Maas, dat vreesde dat de dijkverhoging en vermindering van het uitzicht de exploitatie negatief beïnvloedt. De Raad oordeelde echter dat er ook in dit geval een zwaarder gewicht toegekend mocht worden aan het belang van de dijkverhoging.
Strengere eisen
De huidige dijk in Neer is berekend op een hoogwaterstand die zich eens in de 50 jaar voordoet. Doordat in 2005 de dijk is aangewezen als een primaire waterkering, moet deze in de toekomst aan strengere eisen voldoen en bestand zijn tegen een hoogwaterstand die zich eens in de 250 jaar voordoet. Dat komt neer op een dijkverhoging van ongeveer zeventig centimeter.