LIMBURG - Deze week is het twee jaar geleden dat het Nationaal Rampenfonds (NRF) besloot om Giro 777 open te stellen voor giften voor de getroffenen van de ernstige overstromingen in het zuiden van Nederland. Meer dan 250.000 particulieren en bedrijven hebben hun medeleven willen tonen, waardoor het NRF in een paar weken tijd over 11,8 miljoen euro beschikte om de slachtoffers tegemoet te komen en steun te verlenen aan het herstel van de schade. Het NRF heeft dit geld via drie regelingen toegekend: een solidariteitsbijdrage aan zwaar getroffen particulieren van 2000 euro, uitgekeerd in de eerste weken na de ramp: budget 5,2 miljoen euro. Daarnaast bijdragen voor projecten voor en door organisaties in het maatschappelijk middenveld: budget 3,6 miljoen euro. En tenslotte bijdragen voor ‘schrijnende gevallen’ onder particulier getroffenen: budget 3 miljoen euro.
Samenwerking
wordt verslag gedaan van de werkzaamheden van het Nationaal Rampenfonds. Een belangrijke conclusie uit het rapport luidt: ‘De vooronderstelling van goede trouw van de getroffenen bij aanvragen uit de verschillende fondsen in combinatie met samenwerking met lokaal gewortelde instanties draagt bij aan een voortvarende afwikkeling van de aanvragen.’ Volgens voorzitter Clémence Ross-Van Dorp is het NRF veel dank verschuldigd aan de leden van de beoordelingscommissie, burgemeesters, colleges van B&W en ambtelijke medewerkers van getroffen gemeenten, de directie en medewerkers van Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Limburg.
Solidariteit
'Het geeft veel voldoening dat we met elkaar in staat zijn geweest om efficiënt invulling te geven aan de grote solidariteit en bereidheid onder de Nederlandse bevolking om de door een ramp getroffen medeburgers de helpende hand te bieden', aldus Ross-Van Dorp. Het NRF zal de komende maanden gebruiken om in overleg te treden met gemeenten die nog een beroep kunnen doen op hun ‘trekkingsrechten’, uit hoofde van de derde regeling voor schrijnende gevallen. De aanvragen voor dit fonds liepen aanzienlijke vertraging op, omdat het veelal ook situaties betreft waar een beroep wordt gedaan op een uitkering uit hoofde van de wet tegemoetkoming schade bij rampen en/of een claim is ingediend bij een verzekeraar. Het bestuur streeft ernaar dat uiterlijk 1 januari 2024 deze bedragen zijn besteed.