ROERMOND - Na afloop van de regiovergadering van D66 in Roermond was er gisteren een themasessie met als onderwerp 'Wijk in de wereld, wereld in wijk'. Hoofdgast was Petra Stienen, arabiste, publiciste, Eerste Kamerlid voor de democraten en onlangs onderscheiden met de Aletta Jacobsprijs 2016.
Stienen is opgegroeid in de Roermondse wijk de Donderberg, waarover ze dit jaar het boek 'Terug naar de Donderberg' heeft gepubliceerd. Dat boek stelde ze ook ter beschikking aan degene die haar de meest inspirerende vraag zou stellen tijdens deze bijeenkomst, die openstond voor alle belangstellenden en dus niet alleen voor partijleden.
Reis
Hoe gaan we om met culturele diversiteit in onze wijken en wat betekent de komst van nieuwkomers uit oorlogsgebied voor de wijk? Dat was dus zo'n beetje het hoofdthema tijdens deze middag. Maar niet nadat Stienen de bezoekers had meegenomen op een persoonlijke reis door haar jeugd in Limburg, haar studie Arabisch aan de Universiteit Leiden en Midden-Oostenstudies aan de School of Oriental and African Studies van de Universiteit in Londen. Tussen 1995 en 2004 werkte ze als diplomaat op de Nederlandse ambassade in achtereenvolgens Egypte en Syrië. Stienen heeft altijd speciale aandacht voor mensenrechten en de positie van de vrouw in Arabische landen.
Kansen
Na haar boeiende verhaal en het vragenvuur besloot Stienen haar boek te schenken aan
Peter Vennekens. De inwoner van Leudal had aangegeven geen lid te zijn van D66, dus van voortrekkerij kon de schrijfster niet beschuldigd worden. Vennekens had haar gevraagd hoe de politiek en de oorspronkelijke bewoners van zijn gemeente, maar ook elders, er toe gebracht konden worden vluchtelingen niet alleen op te vangen, maar ook gebruik te maken van hun kwaliteiten. Zodat ze ook echt kansen krijgen om hier, in ieder geval zo lang als ze er zijn, te laten zien dat ze gewoon mensen zijn niet alleen die zoeken naar vrede en veiligheid maar ook naar eigenwaarde. Mensen die iets willen realiseren, in plaats van alleen stil zitten en wachten op een besluit.
Consensus
Stienen vond het een vraag vanuit het hart, die toch ook zakelijk was en dat beviel haar. Volgens haar is er wel sprake van een omslag. Zij vroeg zich af of de haat eigenlijk wel zo diep zit en of er niet een brede consensus is om te doen wat Vennekens vroeg? Volgens Stienen zijn er meer mensen bereid iets te doen, dan mensen die niets willen doen. Alleen zijn de regeringspartijen het zo oneens over de vraag hoe dit aan te pakken, dat ze het uitvechten over de ruggen van vluchtelingen en de mensen die moeten 'ontvangen'. 'Hoogste tijd dus voor een serieus migratiebeleid', antwoordde het zij. 'Scholing, taalles en kansen op de arbeidsmarkt creëren is niet genoeg. We moeten ook kijken naar onze eigen structuren. Hoe open zijn we als politieke partijen voor nieuwkomers?' Stienen ziet, met al haar ervaringen uit haar jeugd en door haar reizen, Nederland weliswaar als een in principe vrij gesloten samenleving, maar ziet daarnaast ook wel degelijk voldoende mogelijkheden om ruimte te creëren voor wat 'anders' is. 'Er is een grote groep mensen in het midden die bereid is om iets te doen, ook al accepteren ze dat het niet makkelijk is. 'Het volk' bestaat niet alleen uit de twintig procent mensen die op één bepaalde politieke partij stemmen. Sluit daarom coalities, ook in Leudal', gaf Stienen als slotadvies mee.