LIMBURG - Bijen en andere bestuivende insecten hebben het na zeven jaar nationaal bijenbeleid onverminderd moeilijk. De Nationale Bijenstrategie constateert met grote urgentie dat de gestelde doelen nog niet worden gehaald. Kortom; het gaat nog altijd niet goed met de bijen. Deze maand vond nog het vijfde Limburgse Bijensymposium plaats, in het gouvernement in Maastricht. Zowel landelijke beleidsontwikkelingen als Limburgse initiatieven werden belicht.
Verdienmodellen
Carla Brugman-Rustenburg (gedeputeerde Natura 2000 en Soortenbeleid): 'Het wordt tijd dat er stappen worden gemaakt in kilometers, in plaats van meters. Er is een transitie nodig naar duurzame en grootschalige aanpassingen in de dagelijkse praktijk'. Hierbij wordt gedacht aan samenwerking in het landelijk
buitengebied, aan verbeterd groen- en maaibeheer, aan nieuwe verdienmodellen voor natuur -inclusief
boeren - en aan insectvriendelijker en toch economisch haalbare agrarische bedrijfsvoering.
Bestuiving
Insecten zijn nodig om het stuifmeel van de ene bloem naar de andere te brengen, om de bloem te bestuiven. Pas daarna kan de plant zaad of vruchten krijgen en zich voortplanten. Bij bestuivende insecten denken we aan honingbijen, maar wilde bijen, zweefvliegen en vele andere insecten zijn minstens zo belangrijk. En niet alleen voor natuurgebieden en tuinen. Maar ook voor de land- en tuinbouw. Driekwart van onze voedselgewassen, groente en fruit, zijn economisch afhankelijk van bestuivende insecten. Appels, peren, aardbeien en tomaten groeien bijvoorbeeld veel beter als ze door (wilde) insecten bestoven zijn. Daarom is het belangrijk om bijen en andere bestuivende insecten duurzaam te behouden. Want het gaat al jaren slecht met ze en hun aantallen nemen af. Om dat tij te keren ondertekenden 25 Limburgse organisaties in 2015 al het convenant Limburgers Bijeen voor Bijen.