
LEUDAL - Dinsdag is voor het eerst de Burgercollectievenmonitor van CollectieveKracht verschenen: een landelijk onderzoek dat een breed en verdiepend inzicht geeft in de staat van lokale zelforganisatie in Nederland.
En wat blijkt: Leudal springt eruit! Onze gemeente staat namelijk in de top 10 met relatief de meeste burgercollectieven (aantal burgercollectieven per 100.000 inwoners). Sterker nog: Leudal staat op de tweede plek, na Horst aan de Maas.
Uitdagingen
Nederland staat voor grote maatschappelijke uitdagingen. Burgercollectieven bieden alternatieve oplossingen voor deze vraagstukken. Zij spelen een groeiende rol in onder meer de energietransitie, het lokaal organiseren van zorg, het woningtekort, duurzame voedselketens en gemeenschapsdemocratie. De monitor biedt een overzicht van waar burgercollectieven actief zijn, hoe ze functioneren en welke kansen en knelpunten zij ervaren. De monitor bevat zowel landelijke cijfers, als onderbouwde inzichten die helpen om deze beweging beter te begrijpen én te ondersteunen. Daarnaast biedt het rapport een verdiepende analyse van initiatieven binnen vier sectoren: energie, wonen, zorg & welzijn, en voedsel, natuur & landbouw.
Sterke gemeenschapszin
In Leudal blijken zich voor iedere honderdduizend inwoners 19,5 burgercollectieven in de monitordata te bevinden. Net als in Horst aan de Maas verwijzen initiatiefnemers in Leudal naar de lokale cultuur, waar de gemeenschapszin sterk is ontwikkeld. Een van hen schrijft: ‘In een aantal van deze kernen is een enorme gemeenschapszin, de mensen kijken echt naar elkaar om en ‘zorgen’ voor elkaar. Heel veel vrijwilligers dragen een rijk verenigingsleven. Verenigingen werken samen bij het organiseren van evenementen en activiteiten. Verenigingen trekken samen op en maken een vuist richting de gemeentelijke overheid, en krijgen zo veel voor elkaar.’
Kritisch
Anders dan in Horst aan de Maas, zijn de vertegenwoordigers van burgercollectieven wisselend over de betrokkenheid van de gemeente. Waar enkelen steun van de gemeente ervaren, zijn anderen kritisch. Zo schrijft een vertegenwoordiger van een lokale burenhulporganisatie dat zij bewust ervoor hebben gekozen het collectief op dorpsniveau te organiseren. De gemeente zette juist in op een initiatief op gemeenteniveau, en gaf geen subsidie aan dit project, dat daardoor afhankelijk is van giften.
Subsidies
Een andere initiatiefnemer uit Leudal bekleedde zelf in het verleden een hoge positie bij de gemeente. ‘Ik weet dat de gemeente Leudal (...) en zeker ook de aan de fusie voorafgaande gemeente Heythuysen (...) sterk heeft ingezet op het ondersteunen van gemeenschappen en het activeren van betrokkenheid’, schrijft hij. ‘Vrijwilligerswerk werd ondersteund door middel van subsidies.’ Ook deze oud-ambtenaar benoemt dat de gemeente op nog kleinschaliger niveau zou kunnen opereren. ‘Liefst had ik ook nog geregeld dat er per kern een eigen budget zou komen zodat men voor kleinschalige initiatieven zelf het voortouw kon nemen zonder veel bemoeienis van de gemeente. Helaas is dat niet gelukt.'
Erasmus Universiteit
De Burgercollectieven-monitor is te bekijken via collectievekracht.eu/monitor. Kennisplatform CollectieveKracht.eu is onderdeel van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Het eerste exemplaar van de monitor is deze week overhandigd aan Claartje Brons, programmamanager Democratie bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Brons: 'Als ik bij burgercollectieven op bezoek ben, zie ik mensen die het verschil willen maken, die iets moois of goeds willen doen, en dat in allerlei sectoren. Het is een rijkdom in Nederland die heel belangrijk is en die we nog beter kunnen aanboren. De monitor kan ons daarbij helpen.'