Hosanna voor mestverwerkende industrie in Buggenum

Open Podium biedt plaats aan columns of andere opiniestukken van bezoekers van Leudal.Nieuws.nl of gastschrijvers. Bijdragen kunnen worden geweigerd, ingekort of geherformuleerd. Anonieme inzendingen of stukken die oproepen tot geweld, discriminatie of andere onwettige daden worden nooit geplaatst. Geplaatste stukken vertegenwoordigen niet de mening van de redactie. Over het al of niet plaatsen van bijdragen wordt geen enkele discussie gevoerd. Stuur uw bijdragen aan [email protected], voorzien van naam, adres en telefoonnummer.

'Het hoge woord is eruit! Het college van B&W van Leudal is hartstikke vóór de komst van zware mest- en afvalverwerkende industrie in Buggenum. Dit verklaarde de kersverse nieuwe wethouder Jan den Teuling van D66. Volgens hem staat het college uit overtuiging achter de vestiging van RWE en andere bedrijven omdat hij voorstander is van innovatieve ontwikkelingen. Of de vele duizenden vrachtwagens met mest en afval die door Leudal zullen denderen, ook tot de innovatie behoren, werd niets gezegd. Den Teuling ziet niets in omvorming van het terrein in een park, want dat leidt tot waardedaling van de grond en bovendien zal de gemeente tegen schadeclaims aanlopen. En het zal allemaal volgens de wethouder wel meevallen, want de bedrijven op Zevenellen zullen minder lawaai mogen maken dan nu het geval is in de kern Haelen.

Een eenzijdig verhaal ten gunste van de voorgenomen industrialisatie aan de rand van het groene Leudal en zijn Natura 2000 gebieden. De voorganger van Den Teuling, Robert Martens, wees er nog op dat de inwoners van Buggenum en Haelen op overlast moeten rekenen. Maar volgens Den Teuling is er niks aan de hand. Op 28 oktober tijdens een bijeenkomst in Buggenum wees hij erop dat de luchtvervuiling in Leudal keurig op het gemiddelde niveau van Nederland is. Maar voor de groene long tussen Eindhoven en het Ruhrgebied is dat natuurlijk juist zeer alarmerend. Ook wanneer voor Zevenellen alle vergunningen worden afgegeven, zal de vervuiling aanmerkelijk hoger worden dan het landelijk gemiddelde dat trouwens toch al niet voldoet aan de normen van World Health Organisation. Niet voor niets zijn er nu al inwoners van Leudal die over vertrek nadenken.

De wereld ziet niet meer zo uit als op het moment waarop het bestemmingsplan Zevenellen werd ingesteld. De bestuurders van provincie en gemeente hadden op tijd de zeilen moeten bijstellen. En nu rust op hen de plicht al het mogelijke te doen om de vervuiling van het Leudal tegen te houden. Mensen vinden het nu niet meer ‘klein bier’ wanneer de belangen van hartpatiënten en mensen met luchtwegklachten worden genegeerd. De omvang van eventuele schadevergoedingen valt moeilijk in te schatten. In elk geval moet een serieuze afweging worden gemaakt tegenover de gevolgen voor mens en natuur.

Er zou kunnen worden gezocht naar een vervangende locatie. Voor de rechter zou bijvoorbeeld een beroep worden gedaan op voortschrijdend inzicht, op de proportionaliteit van de voorgenomen en nog te volgen maatregelen en op de doelstellingen van het bestuursorgaan die ten grondslag lagen aan de inrichting van het bestemmingsplan.'

Prof. dr. René Niessen,
Voorzitter Studiegroep Leudal