Raadslid Linssen vraagt burgemeester om berisping D66-collega Rinke De Wit

In de raadsvergadering van 6 februari ging het over de herhuisvesting van Scholengemeenschap Sint Ursula. Linssen vroeg de coalitiefracties wat het maximumbedrag is dat zij willen investeren in de nieuwe school.

Daarop maakte raadslid De Wit de opmerking 'Ik denk dat deskundigen daar een beter beeld over kunnen geven dan De heer Linssen uit Nunhem. Volgens Linssen laat 'deze denigrerende opmerking' hem persoonlijk koud, al zegt het volgens hem ' veel over de heer De Wit en D66 en de manier hoe zij denken om te moeten gaan met collega-raadsleden.' Door de veronderstelde ondeskundigheid van Linssen te koppelen aan zijn woonplaats worden volgens hem echter indirect vooral alle inwoners van Nunhem geschoffeerd, wat Linssen ontoelaatbaar noemt. Omdat de burgemeester als voorzitter niet ingreep en omdat volgens Linssen niemand van de D66-fractie afstand nam van de uitspraak verzoekt hij de burgemeester de fractie D66 alsnog hierop aan te spreken.

Gevraagd om een reactie laat fractievoorzitter Jort Raemakers van D66 weten dat het absoluut niet onze bedoeling was om 'dit vervelende gevoel bij de heer Linssen op te wekken.' Volgens Raemakers heeft De Wit dit na de raadsvergadering wél al gezegd tegen Linssen. 'Hij had geen enkele bedoeling om Nunhem te noemen, dit gebeurde in een opwelling. Als de heer Linssen en of inwoners van Nunhem hier een ander gevoel bij hebben dan dat onze bedoeling was, dan spijt ons dat zeer', aldus Raemakers.