Leudal trendsetter: steeds meer gemeenten verbieden ballonoplatingen

Vorig jaar maart had 17 procent van de gemeenten een verbod op ballonoplatingen, nu is dat 41 procent. Ballonnen hebben een negatieve impact op natuur en milieu. Zeezoogdieren, vogels en vissen zien de ballonnen aan voor voedsel en raken verstrikt in de ballonlinten.

Sinds de verantwoordelijkheid voor ballonbeleid in 2014 bij de gemeenten werd gelegd, monitort Stichting De Noordzee de stand van zaken per gemeente. De afgelopen twee jaar ziet de stichting de cijfers sterk stijgen. Minstens twaalf gemeenten buigen zich op dit moment over een verbod en zullen dat naar verwacht komende maanden vastleggen in de Algemene Plaatselijke Verordening. Maar er is een duidelijk verschil tussen de stand van zaken in de verschillende gemeentes. Op provinciaal niveau doen de regio's die aan de Noordzeekust grenzen het beter dan het landelijk gemiddelde. Friesland staat bovenaan met 78 procent. In Noord-Holland heeft 60 procent van de gemeenten een verbod, in Groningen 58 procent en ook in Zeeland en Zuid-Holland heeft meer dan de helft van de gemeenten een verbod. Limburg is echter hekkensluiter met een schamele 13 procent.

'Elke ballon die de lucht in gaat, komt weer naar beneden' legt Ewout van Galen, programmaleider Schone zee, uit. 'Veel ballonnen belanden zo in zee. Daarom is het fantastisch dat zoveel gemeenten inmiddels besloten hebben om ballonoplatingen niet meer toe te staan. Zij dragen zo bij aan een schone en gezonde Noordzee.' De gemeente Leudal besloot vorig jaar al tot een verbod . Naast onze gemeente hebben in Limburg alleen Venlo, Echt-Susteren en Valkenburg een expliciet verbod. Daarnaast geldt in twaalf andere Limburgse gemeenten wel al een ontmoedigingsbeleid.