LEUDAL – De gemeente Leudal heeft met RECRON, KHN, VeKaBo en de LLTB overeenstemming bereikt over de hoogte van de toeristenbelasting over een periode van vier jaar.
De gemeente kon hierdoor in haar begroting voor de jaren 2017 tot en met 2020 het vaste bedrag van 840.403 euro opnemen, als zijnde inkomsten toeristenbelasting.
Rust
Voor de ondernemers in de gemeente Leudal is de verhoging van 1,20 euro naar 1,30 euro acceptabel, omdat zij een deel van de meeropbrengsten mogen terugvorderen. Dat wordt geregeld in de vorm van een terugverdienfonds. Piet Verlinden, wethouder Economische ontwikkeling, zegt daarover: ‘Toerisme en recreatie is een sterke economische drager in onze gemeente. Op een vernieuwende wijze werken gemeente en toeristische sector samen aan een goede toeristische infrastructuur. Bovendien zorgt deze overeenkomst voor rust bij ondernemers in deze sector.’
Aantoonbaar investeren
Wanneer er meer toeristenbelasting bij de gemeente binnenkomt dan is begroot, stopt de gemeente deze meeropbrengsten in een apart fonds. Deze meeropbrengsten kunnen door de ondernemers die toeristenbelasting hebben afgedragen worden teruggevorderd. Dit geldt voor de durende looptijd van de regeling en tot een periode van drie jaar na afloop van de regeling (1 januari 2021). Ondernemers moeten aantoonbaar investeren in de kwaliteit van hun eigen bedrijf en hier dit geld voor gebruiken. Men moet hiervoor een investeringsplan met een daarbij behorende begroting aan de gemeente overleggen. De gemeente houdt hiervan administratief een overzicht bij.
Evenredigheid
Terugvordering vindt plaats op basis van evenredigheid. Dat wil zeggen dat als in een bepaald jaar een meeropbrengst aan toeristenbelasting is gerealiseerd, elk bedrijf dat heeft afgedragen procentueel evenveel mag terugvorderen als men procentueel heeft afgedragen tot het bedrag aan meeropbrengst is bereikt. Bedragen worden gedurende de looptijd van de regeling bij elkaar opgeteld en mogen jaarlijks of in een keer worden teruggevorderd.
