LEUDAL – De gemeente Leudal maakte in januari bekend dat het leerlingenvervoer in Leudal opnieuw zou worden aanbesteed. Het gaat daarbij met name om het taxivervoer van kinderen die naar het speciaal (basis)onderwijs gaan.
Inmiddels ligt er echter al een brief van een advocaat bij de gemeente, waarin met een proces gedreigd wordt omdat de aanbestedingsprocedure onrechtmatig zou zijn.
Contact
Advocaat Appelman verzoekt namens zijn cliënt, taxibedrijf De Leeuw uit Ospel, om de lopende aanbestedingsprocedure per direct te staken en heeft daarbij een deadline gesteld van komende maandag, 16.00 uur. De advocaat geeft daarvoor een aantal redenen. In de eerste plaats zou adviesbureau Trafficon, dat de gemeente begeleidt bij de aanbesteding, tijdens de procedure contact hebben gehad met één van de potentiële deelnemers aan deze aanbesteding. Daarbij zou uitgebreid gesproken zijn over de inhoudelijke eisen van de aanbestedingsprocedure. Dat is pertinent verboden, of straffe van uitsluiting van de betreffende inschrijver, zo laat de advocaat de gemeente per brief weten.
Soloritten
Verder zou tijdens het gesprek geprobeerd zijn Trafficon ertoe te bewegen bepaalde eisen aan te passen, terwijl de aanbestedingsprocedure natuurlijk onpartijdig hoort te zijn. Taxibedrijf De Leeuw twijfelt er nu aan of er wel sprake is van een eerlijke kans op de opdracht, als er buiten de toegestane communicatiekanalen contact is geweest tussen potentiële inschrijvers en het adviesbureau. Bovendien wijst Appelman de gemeente er op dat zij wel erg veel vrijheden wenst te behouden, maar de risico’s bij de opdrachtnemers neerlegt. Zo wil de gemeente lange soloritten niet hoger vergoeden, hoewel die extreem kostbaar zijn voor vervoerders. Daardoor worden die gedwongen om ver onder hun kostprijs ritten uit te voeren. ‘Dat is iets wat een zorgvuldig handelend overheidsorgaan nimmer zou mogen’, aldus de advocaat. ‘Daarbij geldt dat u de definitie van wanneer een solorit noodzakelijk is, zeer ruim en vaag houdt. U eigent zich op deze manier een machtspositie toe ten opzichte van de opdrachtnemer’ zo besluit hij.
