LEUDAL – De situatie rondom de plannen van het Duitse energiebedrijf RWE om zich op het terrein Zevenellen te gaan bezighouden met afvalverwerking hebben niet alleen tot zorg en geïrriteerde reacties geleid, maar ook tot veel onduidelijkheid. Wat wisten raads- of commissieleden nu wel of niet? En gaat het college altijd in volle openheid om met dergelijke plannen?
Nadere bestudering van de stukken levert op dat op 19 november 2020 al, een projectleider van de gemeente Leudal een mail stuurt naar de raads- en commisieleden. Die worden daarmee geïnformeerd worden over een aanstaande publicatie van RWE op haar website over de plannen.
Mail
De bestuurders krijgen te horen dat er nog geen koopovereenkomst ligt tussen de Ontwikkelingsmaatschappij Midden Limburg (OML) en RWE. De partijen onderhandelen op dat moment nog over de grondprijs. De details voor de vergunningaanvraag zijn dan ook nog niet bekend. ‘Kijkend naar het initiatief van RWE past dit binnen de ambitie voor Zevenellen’ geeft de projectleider wel vast aan. RWE laat weten het voltallige college haar initiatief te willen presenteren.
Commissie Fysiek
Op 26 januari 2021 komt het onderwerp op de agenda van de commissie Fysiek, op voorspraak van raadslid Hilde Glesner (PAL). Er ligt dan al een toezegging van wethouder Verlinden (Samen Verder) om met de provincie in gesprek te gaan over de kwestie en hen op de hoogte te stellen van de zorgen die er bij omwonenden leven over een eventuele vestiging van het bedrijf op Zevenellen. PAL vindt het van belang dat de gemeente het proces kritisch volgt en een serieuze gesprekspartner is, dat de commissie Fysiek ogen en oren openhoudt en dat zij regelmatig contact houdt met de omwonenden. Wethouder Verlinden geeft tijdens de commisssievergadering aan dat op z’n vroegst in het voorjaar van 2022 een besluit zal worden genomen omtrent de koop van grond van OML, door RWE. Pas als de Duitsers een aanvraag indienen, zullen de gemeente en de provincie kunnen beoordelen of aan de gestelde normen kan worden voldaan. RWE zou bovendien, zodra ze meer zekerheid heeft verkregen over het doorgaan van haar project, de gemeenteraad en de commissie informeren, aldus Verlinden. Als Dagblad De Limburger op 6 januari 2022 publiceert over de plannen van RWE en bij voorbaat positieve houding van de gemeente, is het met name de fractie Ronduit Open die zich daar boos over maakt. De voorzitter van de commissie Fysiek Heleen Wijers-Van der Linden (Samen Verder) windt zich op haar beurt weer op over de ‘negatieve publiciteit’ en wijst Ronduit Open op de eerdere agendering in de commissie, bijna een jaar eerder.
Ongerustheid
Raadslid Wagemans van Ronduit Open laat nu weten: ‘Eind 2020 is door het college inderdaad melding gemaakt over toen nog vage planen over vestiging. De Limburger meldde over concrete stappen die worden gezet en dat zowel de provincie Limburg als gemeente Leudal positief zijn. Dat was aanleiding voor onze vragen. De bedrijfsvestigingen op Zevenellen zijn van meet af aan vanuit burgers en organisaties met zorgen en alertheid omgeven. Dat grijpt deels terug op het verleden. We herinneren aan de intense discussies over de komst van een vuilverbrander eind tachtiger jaren. Ook in de periode van Leudal is diverse malen gebleken dat bij menigeen het vertrouwen in accuraat optreden van de gemeente beperkt is.’ De ongerustheid hangt ook samen met de grootschalige omvang van het door RWE geplande afvalbedrijf en de niet bepaald beste naam van RWE als het gaat om duurzaamheid. ‘Wij wensen gewoon dat eenduidig wordt vastgelegd dat de gemeenteraad beslissend wordt betrokken bij de procedure. Dat kan in de vorm van een heldere toezegging vanuit het college worden vastgelegd in het verslag van de komende commissie Fysiek. Daarmee kan dan worden volstaan. Het alternatief is dat we, afhankelijk van de bespreking in de commissie Fysiek, een raadsuitspraak voorleggen in de komende gemeenteraadsvergadering’, aldus Wagemans.
Geheimhouding
Opvallend ten aanzien van het thema ruimtelijke ordening is verder nog dat Wagemans donderdag 13 januari een schriftelijk protest indiende tegen een mededeling van het college, die betrekking heeft op een ‘onder geheimhouding genomen besluit op planologisch terrein.’ Besluiten op dit gebied dienen in volle openbaarheid te worden genomen, betoogde het raadslid bij die gelegenheid, met uitzondering van gevallen waarbij de belangen van de gemeente zouden worden geschaad in onderhandelingssituaties. Wagemans in die brief: ‘Het kan echter niet zo zijn dat de raad reeds in het geheim een feitelijk besluit neemt op planologisch terrein. Wanneer in een latere fase het betreffende besluit via de wettelijk voorgeschreven openbare procedure wordt vastgesteld, is van een onafhankelijke positie van de raad geen sprake meer aangezien er reeds in het geheim is ingestemd met het plan. Ingediende zienswijzen kunnen dan niet meer rekenen op een onafhankelijke beoordeling.’
