LEUDAL – Raadslid Mathieu Wagenmans en commissielid Ger Laemers (Ronduit Open) hebben Gedeputeerde en Provinciale Staten per brief opgeroepen er op toe te zien, dat een eventuele omgevingsvergunning voor het mestverwerkingsbedrijf op Zevenellen niet ten koste zal gaan van de woon- en leefkwaliteit van de inwoners van Buggenum en Haelen.
Aanleiding daarvoor is dat er – volgens Wagemans en Laemers – door de provincie in een ander recent geval blijk is gegeven van een eenzijdige afweging die ‘eerder het karakter had van sectorale belangenbehartiging, dan van prioriteit voor het woongenot van omwonenden en kwaliteiten in de omgeving.’
Rechten
De twee politici uit Leudal vrezen dat er in het geval van de mestverwerker in hun gemeente hoe dan ook vergunning moet worden verleend, waarbij juridische argumenten en redeneringen vooral bedoeld zijn de gevestigde belangen van omwonenden opzij te zetten. ‘Dat achten wij zeer ongewenst en is ook strijdig met een afweging, waarbij burgers over bestaande rechten beschikken en aanvragers een recht vragen dat voorheen niet bestond’, zo schrijven zij.
Handhaving
Mocht de provincie toch tot vergunningverlening overgaan, dan formuleert het duo een aantal harde randvoorwaarden. Zo zou het huidige niveau van de omgevingskwaliteit (geur, andere emissies, geluid) onder regie van de provincie eenduidig moeten worden vastgesteld, zodat er een onbetwistbare referentie is wanneer het mestverwerkingsbedrijf in werking komt. Verder zou in de vergunning, of in een apart te sluiten overeenkomst, moeten worden opgenomen dat de aansprakelijkheid voor afwijking van gestelde regels primair een exclusieve verantwoordelijkheid van de aanvragers is, dat afwijkingen niet zullen worden geaccepteerd en in geen geval aan versoepeling van regels zal worden meegewerkt. Tenslotte zou er volgens Wagemans en Laemers een concreet uitgewerkt handhavingsprotocol moeten worden opgesteld, waardoor omwonenden kunnen rekenen op stevige controle en handhaving. Dat zou ook helder moeten maken waar omwonenden bij klachten terecht kunnen, waarna adequate actie moet worden ondernomen.
Waarschuwingen
De twee wijzen er verder op dat het aanzienlijke mestoverschot is ontstaan ondanks vele waarschuwingen in de afgelopen veertig jaar aan de agrarische sector, waarbij de die sector dringend werd opgeroepen zelf orde op zaken te stellen. ‘Zoals bekend is daar weinig van terecht gekomen’ stellen de twee. Daarom mogen de gevolgen in hun optiek in geen opzicht naar burgers worden afgewenteld.
