Wagemans wijst raad op controlerende en volksvertegenwoordigende taken

Foto: Twitter: Jort Raemakers

LEUDAL – Felle discussies, dinsdagavond in de Commissie Fysiek. Daarvoor waren er verschillende aanleidingen, zoals de koop van een bedrijfspand in Grathem door gemeente om overlast te voorkomen. Maar ook de legalisatie van een bedrijfsgebouw in Heythuysen, waarbij aanmerkelijk is afgeweken van het bestemmingsplan en bouwvergunning leidde tot verdeelde meningen.

Tijdens de behandeling van het laatstgenoemde onderwerp kwam de vraag aan de orde of het college handelde in strijd met het door de gemeenteraad vastgestelde handhavingsbeleid en met het gesloten coalitieakkoord. Verder werd gesteld dat de raad er vooral is om algemene beleidskaders vast te stellen en dat raadsleden zich niet moeten bezig houden met individuele gevallen. Dat zou de raad aan het college moeten overlaten, dat immers functioneert als dagelijks bestuur van de gemeente.

Ergernis
Raadslid Mathieu Wagemans (Ronduit Open) was als toehoorder bij de vergadering aanwezig. Hij vond het tijd om zich een dag later schriftelijk tot zijn collega’s in de raad te wenden. Volgens Wagemans duikt de vraag of raadsleden andere raadsleden wel of niet mogen beletten hun raadswerk uit te voeren op een wijze die men wenselijk en noodzakelijk acht, regelmatig op. Het is daarmee, aldus Wagemans ‘een bron van ergernis is die onderlinge verhoudingen kan verstoren.’

Taken
Wagemans wijst er op dat op basis van de wet een raadslid naast het vaststelen van beleidskaders nog twee verantwoordelijkheden heeft: het vertegenwoordigen van burgers en het controleren van het college. Wagemans: ‘Herhaaldelijk is op basis van landelijk onderzoek vastgesteld dat de controlerende taak en vooral ook de taak van volksvertegenwoordiging te weinig aandacht krijgt en dat raadsleden zich vooral bezighouden met het vaststellen van beleidsdocumenten.’

Tegenstelling
Het raadslid wijst ook op een merkwaardige en pijnlijke tegenstelling: Burgers interesseren zich doorgaans veel minder voor algemene beleidsverhalen, maar des te meer voor hoe die beleidsdocumenten concreet uitwerken in hun eigen situatie. ‘Raadsleden kunnen daarentegen de neiging hebben zich vooral te concentreren op beleidsdocumenten en geen oog hebben voor de consequenties ervan voor burgers, omdat men dat een aangelegenheid van het college vindt. Het kan leiden tot een situatie waarin (toekomstige) raadsleden zich in de maand voorafgaand aan de verkiezingen voor burgers interesseren, waarna men 47 maanden lang burgers doorverwijst naar het college en zelf niet aanspreekbaar wenst te zijn.’

Oproep
Zich beperken tot het vaststellen van beleidsnota’s betekent dat raadsleden in het ergste geval vooral veredelde papierverplaatsers worden, vindt Wagemans. Daarmee worden in zijn ogen de uitgangspunten van een democratisch systeem met voeten treden. Het raadslid roept daarom op tot een aparte openbare raadsvergadering over het onderwerp. ‘Het gaat om principiële vragen die juist in een periode dat geen verkiezingen aanstaande zijn, het beste kunnen worden besproken. Daarbij is niet eens aan de orde of alle leden van de gemeenteraad daarbij tot eensgezinde opvattingen komen. Sterker nog, verschillen van opvatting horen tot de kern van een democratische rechtsorde. Wel is aan de orde of wij elkaar onderling de ruimte gunnen ons raadslidmaatschap in te vullen in overeenstemming met de inspiratie en overtuigingen die ons ertoe hebben aangezet politiek actief te worden’ zo besluit Wagemans, die ook nog aangaf dat het kritisch volgen van het college even vanzelfsprekend moet zijn voor coalitie als oppositie.

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen