De fabel van de professor en de hyena

Foto: Flickr - Rachelle Meyer (CC BY 2.0)

Open Podium biedt plaats aan columns of andere opiniestukken van bezoekers van Leudal.Nieuws.nl of gastschrijvers. Bijdragen kunnen worden geweigerd, ingekort of geherformuleerd. Anonieme inzendingen of stukken die oproepen tot geweld, discriminatie of andere onwettige daden worden nooit geplaatst. Over het al of niet plaatsen van bijdragen wordt geen enkele discussie gevoerd. Stuur uw bijdragen aan [email protected], voorzien van naam, adres en telefoonnummer.

De professor en de hyena

Lang, lang, lang voordat gemeente Leudal bestond waren er vier koninkrijkjes rondom het Leudalgebied. Hunsel werd bestuurd door de walrus, Roggel & Neer door prins carnaval, Heythuysen door de professor en Haelen & Horn door de hyena…

Besturen was in die tijd nog niet zo moeilijk. Een subsidie hier, een subsidie daar. Als een goede vriend voor een vergunning kwam, dan werd die wat sneller geholpen. En toevallig zaten de meeste wethouders ook in besturen van verenigingen. Wel zo handig. Het was gezellig in deze gemeenten.

Iemand opperde: zullen we de gemeenten eens samengooien? Dat vond iedereen een te gek idee. Snel werden van de laatste centjes spaargeld nog diverse grote gebouwen en projecten uit de grond gestampt. Kon het schelen, straks was alles toch ‘Leudal’! De walrus, prins carnaval, de professor en de hyena zaten om de tafel. ‘Zullen wij als partijen ook samengaan?’ opperde de hyena. ‘Prima’, zeiden de walrus en prins carnaval. De walrus zei: ‘Als ik maar genoeg water heb.’ Prins carnaval zei: ‘Als ik maar genoeg bier heb.’ Dat kon geregeld worden.

De professor twijfelde. ‘Gaat dat zo snel hier? Wij hebben wel principes…..’
‘Aah, principes: wat zijn dat dan?’ vroeg de hyena. ‘Jullie hebben in Heythuysen toch zeker niet met principes geregeerd?’
De professor keek verbaasd. ‘Nee, met het CDA, terwijl dat niet had gehoeven…’
‘Doodzonde!’ zei de hyena. ‘Dat gaan we dus in Leudal niet meer doen.’

En zo geschiedde. De walrus, prins carnaval en de hyena werden wethouder. De hyena stuurde overigens nog een metgezel, altijd handig. En de professor? Die stuurde toch liever zijn compagnon; de kapitein. Want er moest wel iemand zijn om in de raad het CDA de vliegen af te vangen.

Na een jaar moest er een nieuw gemeentehuis komen. Het CDA vond eigenlijk alles wel prima. De professor begon zich te vervelen. Stuurde zijn kapitein wel goed? Nou, dat leek op een valse noot. De professor kreeg zin om zelf aan het roer te staan. De kapitein moest maar plaatsmaken. Het nieuwe gemeentehuis mocht immers niet te groot worden, want dan had de professor geen overzicht meer. De kapitein maakte echter geen plaats. Hij bleef gewoon zitten. De hyena kreeg de hem zelfs zover om zich bij hem aan te sluiten! De professor schoot in de stress. Wat nu?

De professor keek of hij nog ketelbinkies in zijn reservaat had. Jazeker, die had hij nog. Eentje helemaal uit Kelpen-Oler. Dit ketelbinkie was zelfs prins carnaval, walrus en professor tegelijk. Hyena was hij echter niet. En in de jaren dat de professor weer met het CDA ging regeren, wachtte de hyena rustig op zijn kans. Hij wist dat hij zelf niet eens zo veel hoefde te doen, want de professor zou het zelf wel weer verpesten. Ketelbinkie kon dan nog zo talentvol zijn, het maakte niets uit.

Toen het eindelijk zover was, belde de hyena het CDA. ‘Geen probleem, volgende week geregeld.’
Het CDA brak met de professor en moest wel op zijn knieën naar de hyena. De hyena kreeg het zelfs zo ver dat het CDA voor de buitenwacht het voortouw zou nemen.

Ketelbinkie was nu helemaal terneergeslagen en hield het voor gezien. De hyena hoorde dat het CDA graag een zware wethouderspost kreeg. ‘Geen probleem, ook dat is het CDA graag gegund’. Het CDA bakte er uiteraard niets van, zoals de hyena al voorspeld had, maar de hij deed niets. Toen het kwaad weer geschied was, belde een nieuw ketelbinkie van de professor hem. De hyena zei: ‘Je mag meedoen, zolang ik maar op de troon mag blijven zitten. En de kapitein uiteraard ook.’
‘Oh sorry, sorry, uiteraard’, antwoordde ketelbinkie nummer 2. ‘Geen afspraken, geen kaders, en al zeker geen andere partijen! Alleen maar wij twee, wij twee: samen verder.’ De walrus keek ernaar en zag dat het goed was. Hij schreef wel het akkoord. Samen met een paar andere ketelbinkies.

De krant was minder enthousiast en schreef een kritisch stuk. De professor en de hyena: dat waren qua karakters twee uitersten. Ze verschilden op alle mogelijke punten. Toen de professor het stuk las, dacht hij: ‘Ook dat nog! Dat kan toch niet waar zijn!’ Hij belde de hyena. ‘Schandalig, was het. Ze waren toch zeker wel dikke vriendjes?’ De hyena lachte in zijn vuistje: ‘Natuurlijk! Is het ooit anders geweest?’
De professor werd bozer en bozer. Hij vroeg de hyena: ‘Zal ik een gezamenlijke verklaring schrijven?’
‘Graag, professor, heel graag’ antwoordde de hyena. ‘Oh, wat zou dát fijn zijn.’

Prins carnaval zat niet meer in de politiek. Hij zat thuis voor de televisie en hoorde de verklaring ‘Hahaha!’ lachte hij. ‘Wat unne gooje vastelaovendsact…’

Een wakker dier
(Naam bekend bij de redactie)

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen